Horloge

Horloge   Het woord horloge wordt in het woordenboek van Dale omschreven als volgt: hor.lo.ge (het~;~s) 0.1 uurwerk, vooral zakuurwerk of polshorloge *2.1 een analoog~ dat de tijd aangeeft d.m.v. wijzers; een digitaal~ dat de tijd in cijfers aangeeft; een staand~ staande klok. In de omgangstaal denken wij bij het woord horloge meestal alleen aan een uurwerk dat met een Lees verder